-
1 resign
v. ontslag nemen[ rizzajn]2 afstand doen van een ambt ⇒ aftreden, ontslag nemen, bedanken 〈 voor betrekking〉; opgeven 〈 schaakspel〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 berusten in ⇒ zich schikken in, zich neerleggen bij♦voorbeelden: -
2 reconcile
v. kompromis sluiten; schikken; vrede sluiten[ rekkənsajl]1 verzoenen ⇒ in overeenstemming brengen, verenigen♦voorbeelden:reconcile oneself to something/with someone • zich met iets/iemand verzoenen -
3 become reconciled to something
-
4 agree
v. het eens zijn; toestemmen; overeenkomen[ əgrie:]1 akkoord gaan ⇒ het eens zijn, het eens worden, afspreken2 overeenstemmen ⇒ goed opschieten, passen♦voorbeelden:agree to do something • afspreken iets te zullen doenI agree! • vind ik ook!I don't agree! • vind ik niet!agree on/upon something • het ergens over eens zijn, een akkoord bereiken over ietsagree to something • met iets instemmen, in iets toestemmenagree with someone about something • het met iemand over iets eens zijnagree that • ermee akkoord gaan/ook vinden datagreed! • akkoord!2 agree with • kloppen met, overeenstemmen met, passen bij→ agree with agree with/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bepalen ⇒ overeenkomen, afspreken♦voorbeelden:
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский